Geplaatst op 10 december 2015
Hoe zit het nou met kokosvet?
Jarenlang zijn we (ten onrechte) bang gemaakt voor vet. Door het eten van vet zouden we meer lichaamsvet krijgen; vet zou hart-en vaatziekten veroorzaken, etc, etc.
De Amerikaanse wetenschapper Ancel Keys deed rond 1950 epidemiologisch onderzoek in 22 landen. Keys dacht dat er een relatie was tussen de consumptie van verzadigd vet en hart-en vaatziekten.
De uitkomsten van dit onderzoek bevestigden zijn theorie echter niet.
Maar wat deed Ancel Keys? Hij gebruikte de gegevens van de enige 6 landen die zijn theorie leken te bevestigen.
Alle andere gegevens, die het tegendeel van zijn theorie bewezen, liet hij weg uit het onderzoek en op die manier ‘bewees’ hij dat het eten van verzadigd vet hart-en vaatziekten zou veroorzaken. Deze vet-mythe werd opgepikt door de voedingsindustrie, overheden en media. En helaas houdt deze mythe nog steeds, ondanks alle studies die het tegendeel bewijzen, heel hardnekkig stand waardoor veel mensen al jaren vetarm eten.
En toen was daar opeens het kokosvet. Veel mensen gingen twijfelen. Want kokosvet is toch ook verzadigd vet? En dat was toch eigenlijk slecht. Dus hoe zit dat nou met dat kokosvet?
Afgezien van het gegeven dat de feiten rondom vet sowieso anders liggen dan jaren werd gedacht is er over kokosvet heel veel goeds te vertellen.
Kokosvet (ook wel kokosolie genoemd) wordt in tropische en subtropische gebieden al duizenden jaren gebruikt door miljoenen mensen en wordt daar geroemd om zijn genezende, anti-bacteriële en ontstekingsremmende eigenschappen. De kokospalm wordt dan ook wel ‘Kalpavriksha’ genoemd; de Levensboom.
De meeste vetten bestaan uit lange ketens van vetzuren. Kokosolie daarentegen bestaat voornamelijk uit Medium Chain Triglycerides (MCT) En juist deze MCT’s hebben heel veel positieve eigenchappen. Zo werken deze ontstekingsremmend en beschermen ze de hersenen waardoor ze zelfs remmende effecten hebben op het verloop van de ziekte van Alzheimer.
Daarnaast is kokosolie heel geschikt om te verhitten. Deze kun je namelijk, net als bijvoorbeeld roomboter, tot hoge temperatuur verhitten zonder dat het gaat oxideren. Dit in tegenstelling tot andere plantaardige, onverzadigde oliën zoals zonnebloemolie of sojaolie die gevoelig zijn voor hitte en zuurstof en in transvetten veranderen als ze verhit of gehard worden.
De lever breekt MCT’s sneller af dan andere vetten, waardoor het direct beschikbaar is als energie. Dat maakt kokosolie ook zo populair bij (top)sporters.
Een ander voordeel voor sporters is dat deze vetzuren geen carnitine nodig hebben om te worden verbrand, zodat er meer carnitine (aminozuur) overblijft voor de energievoorziening van de spieren. Dit stimuleert de vetverbranding en leidt, in combinatie met krachttraining tot meer spieropbouw.
Bronnen:
1 DebMandal M, Mandal S. Coconut (Cocos nucifera L.: Arecaceae): in health promotion and disease prevention. Asian Pac J Trop Med. 2011
2 Henderson ST, Vogel JL, Barr LJ, et al. Study of the ketogenic agent AC-1202 in mild to moderate Alzheimer’s disease: a randomized, double-blind, placebo-controlled, multicenter trial. Nutr Metab (Lond). 2009 Aug 10;6:31.
3 Intahphuak S, Khonsung P, Panthong A. Anti-inflammatory, analgesic, and antipyretic activities of virgin coconut oil. Pharm Biol. 2010 Feb;48(2):151-7.
4 Br J Nutr. 2015 Jul 14;114(1):1-14. doi: 10.1017/S0007114515001452. Epub 2015 May 22. The role of dietary coconut for the prevention and treatment of Alzheimer's disease: potential mechanisms of action.Fernando WM1, Martins IJ1, Goozee KG1, Brennan CS2, Jayasena V3, Martins RN1.
5 M. Enig. Feiten over vetten. ISBN 9080670618
6 Seaton TB, Welle SL, Warenko MK, et al. Thermic effect of medium-chain and long-chain triglycerides in man. Am J Clin Nutr. 1986 Nov;44(5):630-4.
7 Xue C, Liu Y, Wang J, et al. Consumption of medium- and long-chain triacylglycerols decreases body fat and blood triglyceride in Chinese hypertriglyceridemic subjects. Eur J Clin Nutr. 2009 Jul;63(7):879-86.14.
